Professor Kurt Claeys, KU Leuven, partner in het Fallsify-project, vertelt over de ontwikkeling van het project en zijn ervaring met het Straits Committee.
Projectrealisaties
Voor dit project werd een app gecreëerd die het valrisico bij oudere mensen inschat en op basis hiervan een behandelplan opstelt. In de regio West-Vlaanderen werd de app gebruikt in twee Brugse rusthuizen en bij patiënten van het Wit-Gele Kruis.
Het doel van deze valpreventie-app is om, al dan niet, onder begeleiding van een supervisor ouderen zelfstandig oefeningen te laten doen. Ze krijgen een mooie visuele weergave van hun testresultaten via grafiekjes en dit kan hen dan motiveren om de oefeningen verder te zetten.
De eerste view op de resultaten is zeer positief. Dit is goed, aangezien digitalisering in de gezondheidszorg erg belangrijk wordt. Daarenboven zijn ouderen op dat vlak vaak een moeilijk te bereiken doelgroep, aangezien de digitale geletterdheid bij deze leeftijdscategorie over het algemeen wat lager ligt. Hierdoor blijkt de app ook niet voor elke senior nuttig te zijn. Desalniettemin heeft ze toch een brede toepasbaarheid en dan vooral bij nog thuiswonenden. Ook dit is een gunstige bevinding vermits we te maken hebben met een toenemende vergrijzing. Daarnaast werd de app eveneens positief geëvalueerd door zowel patiënten als therapeuten.
Vlotte samenwerking met de andere partners binnen het Straits Committee
De werking via het Straits Committee verliep zeer vlot; de aanvraag werd snel behandeld waardoor onmiddellijk aan de slag kon worden gegaan.
De samenwerking met de andere partners binnen dit project was zeer handig en is bovendien vlot verlopen. De KU Leuven heeft voornamelijk samengewerkt met het Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen, Welzijnsvereniging Mintus en Kinékring Noord West-Vlaanderen. Er werd eveneens een zeer goede en constructieve relatie onderhouden met de firma ROOS health B.V. uit Nederland en ook met de andere partners waren er vlotte informatie-uitwisselingen.
Verloop en bereik van het project
Over het algemeen stuitte men tijdens dit project niet op grote problemen. De grootste uitdaging was de opstart en het selecteren en motiveren van patiënten, maar ook dit verliep op zich vrij vlot.
Wat ook interessant om weten is, is dat dit project een breed bereik heeft/zal hebben. Zo hebben twee studenten Kinesitherapie van de KU Leuven hun masterproef geschreven omtrent het project. Deze zullen op het einde van het academiejaar gepubliceerd worden in de online-bibliotheek van de KU Leuven. Daarnaast worden de projectresultaten eveneens voorgesteld op de navormingsactiviteit van Kinékring Noord West-Vlaanderen begin september.
Vooruitblik op de toekomst
Momenteel komen er meer en meer gezondheids-gerelateerde apps op de markt. Doordat de digitalisering van de gezondheidszorg zich verderzet, is dit ook aangewezen. Een bezorgdheid is echter dat de kwaliteit van dergelijke apps erop achteruit zal gaan. De bestaande zijn over het algemeen vrij goed, maar in de toekomst wordt het belangrijk om het kaf van het koren te scheiden. Wanneer men namelijk merkt dat hier vraag naar is, is de kans reëel dat een grote hoeveelheid niet-kwaliteitsvolle apps op de markt komt. Verder is het belangrijk dat dergelijke zaken geïmplementeerd worden onder de supervisie van een gediplomeerd zorgverstrekker, want zonder support kan het soms mislopen. Het is goed dat mensen veel zelf kunnen doen, maar door hen volledig los te laten, krijg je soms een tegengesteld effect.
In de toekomst blijft samenwerking met andere partners belangrijk. Voorgaande projecten hebben namelijk al aangetoond dat je op die manier veel kan bereiken. Zo is er in het verleden al eens een andere app gecreëerd in samenwerking met AZ Delta die ook succesvol bleek te zijn.